We houden allemaal van die verse poederdagen! En hoe meer verse sneeuw, hoe beter. Maar heb je je ooit afgevraagd wat deze grote “dumps” veroorzaakt?
In dit artikel leggen we enkele basisprincipes van het weer uit die grote dumps veroorzaken. We kijken naar de Alpen in Europa als voorbeeld van hoe bepaalde weerpatronen uitmonden in een bluebird pow dag.
We zullen uitleggen hoe de 3 belangrijkste sneeuwgebieden in de Alpen worden gevormd.
LEES OOK: “De beste skigebieden in Europa”.
De hoofdkam van de Alpen
De Alpen zijn onder te verdelen in verschillende landen zoals Oostenrijk, Zwitserland, Frankrijk, Italië en Liechtenstein. De landen regelen echter niet het weer.
De belangrijkste factor die het weer in de Alpen beïnvloedt is de Alpenhoofdkam.
Dit is een lijn van de hoogste bergen in de Alpen, die van de Middellandse Zee helemaal tot in Oostenrijk loopt.
Het is de natuurlijke barrière tussen Italië en Noord-Europa.
De belangrijkste alpentoppen liggen binnen de hoofdkam van de Alpen.
Van bovenaf gezien is de Alpenhoofdkam geen rechte lijn. In plaats daarvan is het een curve.
Daarom beïnvloedt de Alpenhoofdkam de neerslag vanuit alle 4 richtingen: noord, oost, west en zuid.
Stau en Föhn
Stau
Wanneer wolken met warmere en vochtige lucht uit de oceanen als een depressie naar de bergen stromen, wordt de lucht gedwongen op te stijgen. De depressie wordt letterlijk omhoog geduwd tegen de bergen.
Hierdoor zet de lucht uit en koelt af. Koude lucht kan minder vocht vasthouden en dat veroorzaakt condensatie. Door de zwaartekracht zal neerslag in de vorm van regen of sneeuw naar beneden vallen.
Hoe sterker de opwaartse druk, hoe intenser de neerslag op dat moment zal zijn.
Als de wolken lang genoeg blijven hangen om een enorme dump te creëren waar we van spreken: Stau
Föhn
Ondertussen zal aan de andere kant van de berg de lucht dalen. Hierdoor warmt de lucht weer op.
De luchttemperatuur stijgt ongeveer 1 graad Celsius per 100 verticale meters.
Omdat het meeste vocht aan de loefzijde van de berg is neergedaald, is de lucht aan de lijzijde van de berg veel droger.
We noemen de droge warmere wind aan de lijzijde van de berg: Föhn.
3 belangrijke sneeuwgebieden in de Alpen
De luchtstroom rond de Alpen wordt sterk bepaald door de positie van de straalstroom, die vanuit het westen naar Europa komt.
De Alpenhoofdkam en de straalstroom bepalen of het op een bepaalde plaats in de Alpen wel of niet gaat sneeuwen.
De Alpenhoofdkam verdeelt de Alpen in 3 regio’s: Noordgebied, Westgebied en Zuidgebied.
Regio Noord & Nordstau
Wanneer een depressie met wolken met vochtige en warme lucht uit het noorden komt, wordt deze tegen de noordkant van de Alpenhoofdkam gedrukt. Wanneer dit langere tijd en zeer snel gebeurt spreken we van Nordstau.
In de winter leidt dit tot massale sneeuwval aan de noordkant van de Alpenhoofdkam. Vooral skigebieden in landen als Oostenrijk, Zwitserland en Duitsland zullen hiervan profiteren.
In het zuiden bijvoorbeeld zullen zij qua sneeuw niet profiteren van de Nordstau.
Westelijke regio & Weststau
Aangezien de Alpenhoofdkam een bocht door de Alpen vormt, heeft hij ook een westelijk gericht deel.
Wanneer een depressie vanaf de Atlantische Oceaan (west) komt, wordt de lucht op het westelijk gelegen deel van de Alpenhoofdkam geduwd.
Dit resulteert in Weststau of sneeuw voor Frankrijk.
Zuidelijke regio & Sudstau
Dit geldt voor warme en vochtige lucht uit het zuiden.
De Italiaanse skigebieden zullen profiteren tijdens sudstau.
Klimaatverandering
Uit een recente studie over 6 Alpenlanden van 1971 – 2019 blijkt dat de waargenomen sneeuwhoogtes afnemen.
Dit betekent dat er minder sneeuw valt en dat er meer sneeuw smelt tijdens het seizoen. Dit laatste wordt veroorzaakt door warmere temperaturen.
Sommige deskundigen zeggen dat de Alpen steeds minder sneeuw zullen krijgen. Dit zou kunnen worden veroorzaakt door de veranderingen gezien de manier waarop de straalstromen stromen.